Plantenwerkgroep, november 2022

Op een zonnige november maandagochtend tijdens de wandeling met mijn hond viel mijn oog op de vier laurierbomen in de berm van de Schoonberg. Daaronder bloeide het groot kaasjeskruis.

De combinatie van het harde groen van de laurier en het roze met de donkerroze strepen  van de bloem viel mij op. In de tuin ernaast sprak ik de vrouw die bezig was in haar tuin. Zij vertelde mij dat het kaaskruid er altijd had gestaan. De laurier had ze vijfentwintig jaar geleden geplant en zodanig  gesnoeid dat het bomen zouden worden.
Ik vroeg me af of  we in de toekomst  de laurier als boom veel meer zouden zien in het landschap. De van oorsprong mediterrane plant lijkt beter bestand tegen hogere temperaturen en de droogte waar we nu mee te kampen hebben dan menig inlandse boom.
Op  weg naar huis via de Hultert inventariseerde ik de nog bloeiende planten. Dat werd nog een heel lijstje voor de maand november: jakobskruiskruid, paardenbloem, bezemkruiskruid, kaal knopkruid (heel veel), duizendblad, Canadese fijnstraal, koekoeksbloem, ganzenbloem, boerenwormkruid, teunisbloem, witte dovennetel, Robertskruid en gewone raket.  De planten en de bloemen waren wel een stuk kleiner  dan die van de zomer, maar profiteerden nog van de hoge temperatuur.
Een week later na de eerste nacht met vier graden vorst liep ik weer dezelfde route. De laurierbomen en het groot kaasjeskruid stonden er nog goed bij, maar op de Hultert hadden alle bloemen het begeven op een enkele boerenwormkruid en duizendblad na. Mijn bloemen in de tuin waren eveneens bezweken. De vrieskou had deze keer nog het laatste woord.

Tekst en foto’s: Plantenwerkgroep/Thea Tilburgs